Forest of Bliss
Robert Gardner, USA, 1986, kleur, 35 mm, 90’
Author: redactie redactie

Binnen de fictieve tijdspanne van een etmaal dompelt Gardner de kijker zonder dialogen of commentaar onder in de wereld van de begrafenisrituelen aan de Ganges in Benares, India.
“Everything in this world is eater or eaten, the seed is food and fire is eater”. Met dit citaat uit de Upanishads opent regisseur Robert Gardner Forest of Bliss. Het fixeert het metaforische kader van de film, waarin de dialectiek tussen het lichte en het donkere, het levende en het dode zich aanbiedt in vrijwel elke handeling die zich voltrekt. In de rest van de film dompelt Gardner de kijker zonder voice over of dialoog onder in een wereld die ook de zijne niet is: die van de crematie- en begrafenis rituelen aan de Ganges in Benares, India’s meest heilige stad. Binnen de tijdspanne van een fictieve dag komen drie personages het meest naar de voorgrond. Er is de heler, die thuis en in de tempel mensen ontvangt, die door het lot zijn getroffen. Er is de onaanraakbare, die heilig vuur en gras aan de rouwenden verkoopt. Er is de priester, die heilige rituelen verzorgt aan de rivier. De Ganges, als het domein van zowel leven en dood, speelt tegen de achtergrond van de luidruchtige stad, vol drommen mensen en rondzwervende apen, vogels, honden en heilige koeien, een stilzwijgende hoofdrol. Hoewel antropologisch in beginsel legt FOREST OF BLISS meer het accent op de uitzonderlijke ervaring dan de verklaring.